30 april 2004 |
|
Goed nieuws: Thijs
heeft gisteren zijn eerste uitslag van deze etappekoers weten te
evenaren: wederom derde van onderen! Na de ervaringen van
woensdag had Thijs ditmaal zes lagen kleren over elkaar heen
aangetrokken en stond als een heus Michelin mannetje aan de
start. Het was nog droog en de Thijs van de tweede dag (b)leek
terug. Hij zat in een kopgroep van zo'n twaalf man, en wist wat
punten te sprokkelen voor het bergklassement. Maar helaas, zodra
de regen uit de hemel begon te vallen, was het gebeurd met de
benen. De kopgroep werd ingelopen en onmiddellijk hing Thijs
achteraan het peloton, wederom niet in staat ook maar een trap
extra te doen. Waarop hij moest lossen. Voordeel was dat
hierdoor ook het opspattende koude water van het peloton uit
zicht verdween. Er restte nog maar twintig kilometer. Gelukkig,
want volgens hem zou hij zijn afgestapt als het er veertig waren
geweest. Als 107 kwam hij over de finish. Tussenstandjes: 5e in
het klassement van de meilleur grimpeur, 90e in het algemeen
klassement.
Vandaag een korte
etappe: 133,8 kilometertjes door de regen. De
weersvoorspellingen voor het weekend zijn stukken beter.
|
29 april 2004 |
|
Vorige week maandag
arriveerde hier, met de ouders van Christofer, een weegschaal.
Thijs en ik meteen erop natuurlijk. Ik omdat ik benieuwd was
naar het effect van al die stokbroodjes met Franse kaas, Thijs
omdat hij er de laatste maanden wel erg afgetraind uitziet. Het
was een leuke uitslag: Thijs woog precies evenveel als ik.
Alleen jammer dat Thijs die 62 kg weegt bij 1 meter 80. Hij kon
het niet geloven, dus even later stonden we met dozen rijst en
flessen water de weegschaal uit te testen. Het klopte als een
zwerende vinger. Ik blij, Thijs ongerust: met nattevingerwerk
kwam hij op wel erg lage vetpercentages uit.
Gisteren regende
het in de Ruban. Het waaide. Het was koud. Precies waar Thijs
vorige week bang voor was gebeurde: verkleumd zat hij op zijn
fiets, niet in staat ook nog maar iets te kunnen geven. Tot zijn
verbazing zag hij mensen om zich heen kleren uitdoen, terwijl
hij het liefst al zijn meegenomen koerskleren over elkaar heen
aan zou willen trekken. Hij eindigde in de tweede groep, op 1.01
van de Nederlandse winnaar Johnny Hoogerland (Van Hemert). De
tijdwinst die hij een dag eerder wist te behalen kon hij gister
weer inleveren en hij duikelde naar de 69e plaats in het
klassement.
Voor vandaag is
weer veel regen voorspeld. Voor Thijs lijkt het enige doel nu te
overleven tot de zon weer gaat schijnen. |
28 april 2004 |
|
Maandag was de
eerste dag van de Ruban Granitier Breton en in het
programmaboekje stond met grote letters PROLOOG aangegeven.
Thijs' favoriete onderdeel van een etappekoers, en hij wist dan
ook een weergaloze derde tijd neer te zetten. Van onderen wel te
verstaan, met 115 man voor hem. 'Slechts' 43 seconden op de
nummer 1, die het traject binnen de vijf minuten aflegde. Zonder
valpartij, lekke band, te laat aan de start verschijnen, de weg
kwijt te raken of een ander excuus. Oh jawel, toch: zijn
derailleur liep niet helemaal lekker, dat scheelde weer twee
seconden...
Dinsdag de eerste
etappe van Rennes naar Saint-Brieuc. Veel
wind, weinig ontsnappingspogingen, pas op het plaatselijke
rondje begon de koers echt. In dat parcours was een steil
klimmetje opgenomen, waar meteen in de eerste ronde een groep
van zo'n twintig renners zich afscheidde van de rest.
Uiteindelijk wisten drie renners uit de groep te ontsnappen,
waarna de overgebleven 11 konden sprinten voor de 4e plek. Thijs
eindigde als 9e (zowaar weer wat mensen achter zich gelaten), en
steeg met superstip van de 116e naar de 39e plek in het Algemeen
Klassement. In de etappe van vandaag zitten de klimmen
halverwege de koers, waarna geheel vlak naar de finish.
De Ruban heeft overigens een geweldige
website.
Foto's, uitslagen en als ik het me goed herinner van vorig jaar
ook af en toe een live-verslag. Het allerleukste is een
mail-service: via de site kun je een berichten sturen om de
renners aan te moedigen. Thijs kreeg gisterochtend van een
official een briefje in zijn handen gedrukt met een bericht van
zijn vader. Wat een geweldige uitvinding!
Dus mensen, om het jullie gemakkelijk te
maken,
klik hier
en stuur Thijs (of een van de andere (Nederlandse) deelnemers)
in de Ruban een aanmoediging. Zondag is pas de laatste etappe,
dus leef je uit! |
19 april 2004 |
|
Vorm.
Een tandje extra
in de klim, een splijtende demarrage, de verwondering over het
feit dat het peloton al zo is uitgedund. Vorm. Het gemak waarmee
je een gaatje dichtrijd, de mazzel van een valpartij die achter
je plaatsvindt, de schijnbare vanzelfsprekendheid dat je alleen
meespringt met de beslissende ontsnapping. Vorm. Je hebt het of
je hebt het niet. Zo is het er, zo is het weer weg. Geen peil op
te trekken.
Vorm is in ieder
geval níet: een etappekoers van 4 ritten rijden en de eerste dag
uitstekend zijn, de tweede etappe volledig blokkeren, de derde
op 200 meter van de finish worden teruggepakt na een vlucht van
20 kilometer en de laatste etappe uit de kopgroep wegvallen door
een klapband. Voor de duidelijkheid: dit was de samenvatting van
de Tour de Nord-Isere, die ik dit weekeinde reed. De conclusie
moge duidelijk zijn: de vorm is weg. Foetsie. Van de ene dag op
de andere voelden mijn benen aan als pudding, leek mijn fiets 2
maten te groot en mijn longinhoud 2 maten te klein. Keer op keer
controleerde ik of mijn rem écht niet aanliep, de koers leek
twee keer zo lang en iedereen reed plotsklaps zo hard. En
uiteraard werd ik voorbijgesprint op spuugafstand van de meet en
knalde mijn band bij het eerste de beste kiezeltje. Dat hoort
erbij. Da's ook vorm. Of beter gezegd: het gebrek daaraan.
Welnu, wat te
doen? Rusten, als een gek trainen? De twijfel heeft toegeslagen
en de klap is hard aangekomen. |
13 april 2004 |
|
De Franse
wielerwereld stond deze week op zijn kop. Niet alleen stond
tweede Paasdag de 2e manche voor de Coupe de France op het
programma, ook werd bekend dat de winnaar van de eerste
wedstrijd, de Brit Jamie Alberts van CC Etupes, is betrapt op
het gebruik van anabole steroïden. Gezellig. Vorige week zondag
won hij overigens eveneens de wedstrijd in Bar-le-Duc. Voeg
daarbij de affaire-Cofidis en het moge duidelijk zijn, dat de
gemoederen aan de vooravond van de Coupe de France in Vougy
nogal verhit waren.
De manche van gisteren vond plaats in de omgeving van Roanne, op
een circuit met hypersteil klimmetje. De tactiek, die de
ploegleiding had uitgedokterd, was simpel samen te vatten:
wachten. Het zou in de laatste ronden gaan gebeuren. Tuurlijk.
De eerste de beste groep, die na 10 kilometer wegreed, was 11
man sterk en bleek de beslissende te zijn. Slechts 2 man zagen
we voor de eindstreep terug, waaronder een ploeggenoot.
Uiteindelijk spatte het gehele peloton uit elkaar door de
moordende klim en bleef ik uiteindelijk met 4 andere renners
over in de achtervolging op de kopgroep, die we echter niet meer
konden achterhalen. In de sprint voor de 10e plek slaagde ik er
wederom in één coureur achter me te houden, waardoor een 13e
plek mijn deel werd. Meer dan een flinke smak punten en een hoop
loftuitingen leverde het echter niet op, omdat de rest van de
ploeg zich (weer) niet van zijn sterkste kant liet zien en
niemand anders punten scoorde, waardoor we in de tussenstand van
de Franse topcompetitie slechts ergens in de middenmoot staan.
Er wordt me echter verteld me geen zorgen te maken, pas als het
kwik boven de 25 graden stijgt, ontwaken de renners van AVC Aix
normaal gesproken pas. We zullen zien.
|
8
april 2004 |
|
Eierveiling
Poederlee
Wielrennen is een tijdloze sport. De charme en de zwakte van de
pedalerende gek komen bijeen in hetzelfde begrip: traditie. De
reden dat wielrennen niet slechts wordt gezien als hard fietsen
van A naar B, maar als een heroïsche strijd op leven en dood
tussen topatleten, is gelegen in de geschiedenis van de sport.
Echter niet in Nederland. Wij "nuchtere" Hollanders hebben de
bijzonder onprettige gewoonte alle tradities, heroïek en
geschiedenis dood te relativeren en te commercialiseren. Welk
ander land sloopt zijn Olympisch stadion ten faveure van
huizenbouw, hernoemt wielerwedstrijden naar een sponsor
(voorbeelden te over: de Delta Profronde, de Eneco Ronde van
Nederland) en beschouwt het primair als een nationale
economische ramp, dat het nationale voetbalelftal zich niet
plaatst voor het wereldkampioenschap, omdat de merchandising van
oranje pruiken, vlaggen en toeters in gevaar komt? Zonder enige
scrupules verkopen wij onze ziel aan economische doeleinden. Wij
zijn immers handelaars, dus alles is te koop.
Vanwaar deze tirade richting mijn eigen land? Omdat ik jaloers
ben. Stikjaloers. Het afgelopen weekeinde heb ik weer gekoerst
met Belgen en me gerealiseerd dat het wielrennen in Nederland
slechts een slap aftreksel is van dat van onze zuiderburen.
Ziehier enkele namen van de Nederlandse teams, beste mensen: Van
Vliet GBH Advocaten, Lowik Meubelen - Tegeltoko, Fujibikes.
Herhaal ze, rol ze rond in de mond en werp dan een blik op
enkele willekeurige namen van Belgische equipes: wie zou er nu
niet willen rijden voor De Kortrijk Groeninge Spurters, Onder
Ons Parike of De Eddy Merckx Boys? Koersen over de Paddenstraat,
de Muur van Geraardsbergen of de Berendries: bij elke coureur
gaat er een rilling over de ruggengraat bij het horen van de
namen alleen al. Wat kunnen wij Nederlanders ertegenover
stellen: geen idee, misschien de Cauberg en de Posbank, al zal
de naam van deze heuvel ongetwijfeld in no-time worden veranderd
in PosTbank, als de blauwe leeuw maar met genoeg flappen zwaait.
"Jahoor", zal de kritische lezer nu roepen: "In België hebben ze
geen sponsoren zeker?" Natuurlijk hebben ze die, dat is het 'm
juist. Maar zeg nu zelf, beste mensen, wie zou er nu niet willen
rijden met Eierveiling Poederlee op zijn kont? Eierveiling
Poederlee: ik las het op de broek van een van mijn Belgische
collega's, zo'n 20 seconden na de start van de Hel van het
Mergelland en ik heb er de hele wedstrijd aan gedacht. Wat
bezielt de eigenaar van een Eierveiling (wat zou dat uberhaupt
zijn, een eierveiling?) om een wielerteam te sponsoren? Denkt
hij werkelijk zijn afzet te vergroten door de uitbreiding van
zijn naamsbekendheid? Dat een automobilist een trainende
wielrenner van het betreffende team inhaalt en bij het lezen van
de sponsornaam denkt: "Verrek, ik heb nog een paar eieren te
veilen: op naar Poederlee!"? We zullen het nooit weten, en ik
wil het ook helemaal niet weten. Deze Poederlese eierveiling
dient slechts als benadrukking van het feit dat het in België
niet om de flappen, maar om het gevoel gaat. Het gevoel voor
traditie. De eigenaar van de eierveiling is gewoon een Belg, dus
een liefhebber van de velo. Dus sponsort hij. Punt. Daar kunnen
wij nog wat van leren. |
5
april 2004 |
|
"Ils sont fous!!!",
oftewel: ze zijn gek!!! Schreeuwde mijn doodsbange ploegmaat me
reeds toe in de neutralisatie. 183 Renners trachtten zich
allemaal op de eerste rij te plaatsen met het oog op de fikse
wind die door het Limburgse heuvelland blies. Een neutralisatie
in Nederland verloopt als volgt: over de volle breedte van de
weg wordt gevochten voor elke centimeter, elke stoep, voortuin,
middenberm of rotonde dient gebruikt te worden om naar voren op
te schuiven. Verder schijnt het van levensbelang te zijn vooral
elkaar vooral niet te waarschuwen voor geparkeerde auto's,
paaltjes en toeschouwers, in de hoop dat er valpartijen
plaatsvinden achter in het peloton. Wanneer vervolgens de
wedstrijd wordt vrijgegeven, is het verplicht minimaal 3
kilometer voluit te sprinten, jezelf naar voren blijven vechten
en te hopen dat het onvermijdelijke gekraak van spaken en/of
botten achter je plaatsvindt.
Het was dan ook niet vreemd dat mijn Franse ploeggenoten de
Nederlanders, Belgen en Duitsers voor gek verklaarden, gezien
het feit dat ze gewend zijn aan een ietwat andere
wedstrijdstart. Ter vergelijking: de dag erop reden we een
wedstrijd in Noord-Frankrijk, met windkracht 5 schuin achter
gedurende de eerste 20 kilometer: zelden zo'n rustige
neutralisatie gezien. Gezellig keuvelend werd 4-dik naast elkaar
gereden, waar in elke Nederlandse wedstrijd minimaal 30 renners
op de eerste rij te vinden zouden zijn. Nadat de jury de
wedstrijd had vrijgegeven, werd het tempo geleidelijk verhoogd,
eenieder de kans gevend zichzelf van voren te melden. En zowaar,
na een kilometer of 15 ging het op de kant: een groep van een
man of 50 bleef over. Als ware Nederlander zat ik er uiteraard
bij, mijzelf verwonderend over het feit dat er 70 man zo
ongelofelijk stom waren om zich te laten verrassen.
Maar goed, het contrast tussen de aanvang van dergelijke koersen
en die van de Hel van het Mergelland mag duidelijk zijn. Voeg
daarbij de talloze rotondes, auto's, middenbermen, vluchtheuvels
en geweldige staat van het Belgische wegdek (de organisatie was
er zelfs in geslaagd een met stenen bezaaid zandpad in het
parcours op te nemen, ongetwijfeld op verzoek van diverse
bandenfabrikanten, gezien het feit dat er minimaal 20 renners
waren, die lek reden op een stuk van 300 meter) en de wanhoop
van het Franse gedeelte van AVC Aix-en-Provence is verklaard. Na
de ravitaillering was ik dan ook de enige Aixois, die zich nog
in het omvangrijke peloton bevond. Wat betreft de rest van de
koers: ik was prima in orde, kon mijn karretje redelijk
gemakkelijk aanhaken toen de slag viel, zat te slapen toen de
vier eersten wegreden en rekende vervolgens vergeefs op de
mannen van Rabobank om het gat te dichten, alvorens 11e te
worden in Eijsden.
De dag erop wonderbaarlijk genoeg weer aardige benen, maar in de
finale volledig aan stukken gereten door de mannen van CC
Etupes, die het volledige podium voor zich opeisten. Ik werd
zelf uiteindelijk weer 11e.
Het programma voor volgende week: relaxen, ijzergehalte een
beetje opkrikken en voorbereiden voor de tweede manche van de
Coupe de la France, volgende week maandag.... |
1
april 2004 |
|
Gisteren een
oefenwedstrijd bekeken. Ik beken het. Voetbal en
oefenwedstrijden: het is geen gelukkige combinatie. 22 Verveelde
stand-ins, die bij hun club slechts dienen als tribunevulling,
werken plichtmatig het door sponsoren verplichte nummer af, ten
overstaan van een stadion, dat is gevuld met werknemers van
verzekeringsbedrijven en malloten, die met mobieltje in de
aanslag op een corner of uitgooi voor hun vak wachten, om naar
het thuisfront te kunnen bellen met de mededeling dat "ze" op tv
zijn. Voeg daar een Hollands en door iedereen gehaat dweilorkest
(waarom zijn ze er dan? Geen idee, dat moet een van de laatst
overgebleven mysteries van het universum zijn) aan toe en alle
ingrediënten voor een verloren avond zijn aanwezig.
En toch kon TF1 gisterenavond rekenen op twee televisiekijkers
aan de Avenue de la Cible nummer 17, die hadden afgestemd op
Nederland - Frankrijk. Ik ga geen excuses ("weddenschap met
ploegleider", "Ja, maar het was mijn oude land tegen mijn
nieuwe"), aandragen, ik neem de volledige verantwoordelijkheid
op me: ik heb de wedstrijd gekeken. En, maar dat spreekt voor
zich, me te pletter verveeld. De hoogtepunten van 90 minuten
"sport": het nichterige haarbandje van Boudewijn Zenden, de
uitspraak van Van der Meijden door de Franse commentatoren en
het eindsignaal van de arbiter. Kon ik eindelijk naar bed,
mezelf verkneulend over het feit dat de Nederlandse kijker op
het zelfde moment ongetwijfeld werd getrakteerd op een
uitgebreide analyse door Edward van Cuilemborg en Hans van
Breukelen. Ik krijg nog heimwee...
Vanochtend naar de dok geweest, uitslag van mijn 2-maandelijkse
bloedtest bekeken: ijzertekort. Fijn. Medicijnen dus maar weer,
een een of andere naar hoestsiroop smakende, bruine substantie
moet mijn ijzertekort opvullen, maar of het gaat lukken voor
zaterdag.... |
|
|