Bicycle Kick
Daar hing hij.
Meters boven de grond. Zwevend. De armen wijd uitgeslagen, als
de vleugels van een vogel. Hij vliegt. Zijn rood met witte shirt
hangt losjes om zijn lichaam. Zijn haar danst mee in het ritme
van zijn vlucht. Het is bewolkt, maar de zon belicht zijn actie
als een spotlight in het theater. Het geeft hem een gouden aura.
De andere spelers op het veld kijken met open mond naar hem. Het
publiek zwijgt. Wacht af. Bewondert. Ergens zweeft een bal. De
bal weet wat er gaat gebeuren. De vliegende man ook. En de rest
van de wereld kijkt toe. Ik ook. Zes jaar oud. De omhaal van
Marco van Basten gebrand op mijn netvlies. En het was mij
volstrekt duidelijk wat ik later ging worden als ik groot zou
zijn. Supergrover of Marco van Basten. Vliegen met stijl.
Negentien jaar
later. Supergrover ben ik niet geworden. Marco van Basten
evenmin. Blijkbaar waren deze functies al vergeven en op de
huidige arbeidsmarkt liggen dergelijke banen niet voor het
oprapen. Zeker gezien het feit dat de vacature van vliegende
omhaalspecialist letterlijk de droombaan is van enkele
generaties voetbalverliefde koters. Niet alleen in Nederland. Of
het nu omhaal, bycicle kick, bicyclette of trappos opzekopos
heet, Marco van Basten en zijn omhaal staan in de
Special-Request-Dromen-Top40 hoogstwaarschijnlijk op '1'. Met
stip.
Ikzelf ben daarop
geen uitzondering. Het scenario van een rake omhaal in de
zevende minuut van de blessuretijd in de finale van de Champions
League met mijzelf in de hoofdrol heeft zich al ettelijke malen
voor mijn ogen afgespeeld. Helaas telkens in mijn eigen
REM-slaap, zodat de rest van de mensheid niet van mijn bijzonder
stijlvol uitgevoerde bicyclette heeft kunnen genieten. Echter,
ik heb alle tijd gehad om de actie volledig te visualiseren,
zoals dat in sportpsychologische termen heet. Hoe vaker je een
beweging en opeenvolging van gebeurtenissen visualiseert, hoe
beter je op de werkelijkheid bent voorbereid en des te groter de
kans dat het droomscenario realiteit wordt.
Afgelopen weekend
was mijn moment daar. Mijn uur U had geslagen. Het gebeurde
tijdens een partijtje voetbal met een stel wielrenners. Plaats
van handeling: het strand bij Monster. Getuigen: de zo goed als
voltallige selectie van de Haagse Wielervereniging HSK Trias,
een toevallige wandelaar en zijn hond. Scheidsrechter van
dienst: Henk Kruithof.
Ik hoor u denken:
Wielrenners? Voetbal? Mijn antwoord: al sla je me dood, maar
zelden zal zich een toepasselijker moment hebben voorgedaan voor
een bicycle kick.
Terug naar mijn
moment van glorie. Een corner werd door één van mijn teamgenoten
op bijzonder onhandige wijze voor het vijandelijke doel
geslingerd. Gedragen door een noord-noord-westelijke zeebries en
mijn vurige wensen zweefde de bal in mijn richting. En niet
zomaar mijn richting. O nee, al van lichtjaren afstand werd het
mij verpletterend duidelijk dat deze bal de Bal der Ballen was.
Mijn kans op eeuwige roem. Het antwoord van God op jarenlange
gebeden. Ik sprong op. Hing in de lucht. Meters boven de grond.
Zweefde. De armen wijd uitgeslagen, als de vleugels van een
vogel. Ik vloog. De zon straalde dwars door het wolkendek op
mijn gouden lokken. Ik voelde mijn aura. Zag mijn schaduw ver
beneden me.
De bal wist het. Ik
wist het. Niets of niemand kon iets veranderen aan wat zou
gebeuren. Karma heet zoiets. Al sinds het begin der tijden stond
het lot van mij en de bal in de sterren geschreven. En dus miste
ik de bal, mijn kans, mijn leven en kwam onzacht in aanraking
met het Monsterse strand. De pijn vlamde door mijn rug. Ik
schreeuwde het uit. Een lachsalvo echode tegen de toppen van de
duinen terwijl de tegenaanval alweer gelanceerd was. Een traan
rolde over mijn wang, druppelde op het zand. Zout water op weg
naar de zee... |