Thijs Zonneveld

Home   Biografie   Nieuws   Uitslagen   Programma   Polls   Links   Gastenboek

Nieuwsindex 2005    Nieuwsindex 2004    Nieuwsindex 2003

23 november  

Bicycle Kick

Daar hing hij. Meters boven de grond. Zwevend. De armen wijd uitgeslagen, als de vleugels van een vogel. Hij vliegt. Zijn rood met witte shirt hangt losjes om zijn lichaam. Zijn haar danst mee in het ritme van zijn vlucht. Het is bewolkt, maar de zon belicht zijn actie als een spotlight in het theater. Het geeft hem een gouden aura. De andere spelers op het veld kijken met open mond naar hem. Het publiek zwijgt. Wacht af. Bewondert. Ergens zweeft een bal. De bal weet wat er gaat gebeuren. De vliegende man ook. En de rest van de wereld kijkt toe. Ik ook. Zes jaar oud. De omhaal van Marco van Basten gebrand op mijn netvlies. En het was mij volstrekt duidelijk wat ik later ging worden als ik groot zou zijn. Supergrover of Marco van Basten. Vliegen met stijl.

Negentien jaar later. Supergrover ben ik niet geworden. Marco van Basten evenmin. Blijkbaar waren deze functies al vergeven en op de huidige arbeidsmarkt liggen dergelijke banen niet voor het oprapen. Zeker gezien het feit dat de vacature van vliegende omhaalspecialist letterlijk de droombaan is van enkele generaties voetbalverliefde koters. Niet alleen in Nederland. Of het nu omhaal, bycicle kick, bicyclette of trappos opzekopos heet, Marco van Basten en zijn omhaal staan in de Special-Request-Dromen-Top40 hoogstwaarschijnlijk op '1'. Met stip.

Ikzelf ben daarop geen uitzondering. Het scenario van een rake omhaal in de zevende minuut van de blessuretijd in de finale van de Champions League met mijzelf in de hoofdrol heeft zich al ettelijke malen voor mijn ogen afgespeeld. Helaas telkens in mijn eigen REM-slaap, zodat de rest van de mensheid niet van mijn bijzonder stijlvol uitgevoerde bicyclette heeft kunnen genieten. Echter, ik heb alle tijd gehad om de actie volledig te visualiseren, zoals dat in sportpsychologische termen heet. Hoe vaker je een beweging en opeenvolging van gebeurtenissen visualiseert, hoe beter je op de werkelijkheid bent voorbereid en des te groter de kans dat het droomscenario realiteit wordt.

Afgelopen weekend was mijn moment daar. Mijn uur U had geslagen. Het gebeurde tijdens een partijtje voetbal met een stel wielrenners. Plaats van handeling: het strand bij Monster. Getuigen: de zo goed als voltallige selectie van de Haagse Wielervereniging HSK Trias, een toevallige wandelaar en zijn hond. Scheidsrechter van dienst: Henk Kruithof.

Ik hoor u denken: Wielrenners? Voetbal? Mijn antwoord: al sla je me dood, maar zelden zal zich een toepasselijker moment hebben voorgedaan voor een bicycle kick.

Terug naar mijn moment van glorie. Een corner werd door één van mijn teamgenoten op bijzonder onhandige wijze voor het vijandelijke doel geslingerd. Gedragen door een noord-noord-westelijke zeebries en mijn vurige wensen zweefde de bal in mijn richting. En niet zomaar mijn richting. O nee, al van lichtjaren afstand werd het mij verpletterend duidelijk dat deze bal de Bal der Ballen was. Mijn kans op eeuwige roem. Het antwoord van God op jarenlange gebeden. Ik sprong op. Hing in de lucht. Meters boven de grond. Zweefde. De armen wijd uitgeslagen, als de vleugels van een vogel. Ik vloog. De zon straalde dwars door het wolkendek op mijn gouden lokken. Ik voelde mijn aura. Zag mijn schaduw ver beneden me.

De bal wist het. Ik wist het. Niets of niemand kon iets veranderen aan wat zou gebeuren. Karma heet zoiets. Al sinds het begin der tijden stond het lot van mij en de bal in de sterren geschreven. En dus miste ik de bal, mijn kans, mijn leven en kwam onzacht in aanraking met het Monsterse strand. De pijn vlamde door mijn rug. Ik schreeuwde het uit. Een lachsalvo echode tegen de toppen van de duinen terwijl de tegenaanval alweer gelanceerd was. Een traan rolde over mijn wang, druppelde op het zand. Zout water op weg naar de zee...

3 november  

Vakkenvullen is ook een mooi vak

Doelloos dwaal ik door de kamers van mijn appartement. Ik streel met mijn hand langs de lambrisering. Knuffel de eeuwenoude gele muren. Brok in mijn keel. Minutenlang sta ik stil bij de zware houten toegangsdeur, liefkozend de ijzeren klopper betastend. Ik staar naar de barsten in de marmeren vloertegels, mompel tegen de zware eikenhouten balken in het plafond. Ik dein mee op het ritme van de immer lekkende kraan. De geuren en geluiden van de markt op het plein beneden vullen de woonkamer. Ik slik. Het afscheid nadert. Ik weet het en het huis weet het ook.

Deze week ruim ik op. Pak onze spullen in grote verhuisdozen, schroef de met bloed, zweet en tranen in elkaar gezette kasten weer uit elkaar en zet vuilniszakken met schijnbaar overbodige spullen langs de kant van de weg. Het boek Aix-en-Provence is gesloten. Ik ga weg.

Waarnaartoe? Geen idee. Twee maanden geleden leken de opties eindeloos, maar de laatste weken viel het ene alternatief na het andere af. Te chauvinistische Fransen, gebrek aan sponsoring en misschien wel domme pech zorgden ervoor dat ik deze week de training weer heb opgepakt zonder een contract te hebben getekend. De komende dagen zullen beslissend zijn voor het vervolg van mijn loopbaan en komt er duidelijkheid of mijn weg via Nederland, Spanje of een enorm zwart gat loopt.

Zoekt de buurtsuper in De Zilk nog vakkenvullers?