O Heilige
IKEA-kasten! Vergeeft u mij! Ik smeek u! Schenk mij vergiffenis!
Ik weet, ooit heb ik u verdoemd, vervloekt en verbannen. Nu buig
ik mijn hoofd. Ik was jong en naïef. Aanvaardt u alstublieft
mijn meest nederige excuses. Ik werp mij aan uw voeten...
Nooit gedacht dat ik
mijzelf ooit op deze wijze zou uitlaten over ’s werelds meest
verkochte, beruchte en verafschuwde meubels. Iedereen kent de
Zweedse fabrikant van werkelijk alle huis-, tuin- en
keukenattributen die u kunt verzinnen. Van de sjiekste villa’s
in Aerdenhout of Monaco tot aan de iglo’s in Groenland en de
krotten in de buitenwijken van Calcutta: de Stefån-stoelen of
Björn-snijplank vindt u overal. Wat zich overigens uit in het
vermogen van de oprichter van IKEA. Maar dat terzijde. Terug
naar de kasten. Die schitterende, magnifieke, lieve, pittoreske,
authentieke en unieke IKEA-kasten. En vooral: die eenvoudig in
elkaar te zetten IKEA-kasten. O, ik smacht naar die simpele,
duidelijke aanwijzingen. Die overzichtelijke tekeningen! Die
heerlijke eenvoud van planken en schroefjes!
U zult zich
ongetwijfeld afvragen of ik misschien een lucratief
sponsorcontract met IKEA heb afgesloten. Misschien hebben ze
zelfs wel mijn vriendin, moeder of Spongebob-video’s gegijzeld
en word ik gedwongen mijzelf tegen mijn zin op te geilen aan de
Scandinavische firma, wiens naam bij de meeste doe-het-zelvers
angstzweet, nachtmerries en bedplassen (slapend én wakker)
veroorzaakt. Wie heeft er niet dagenlang geploeterd om een
ogenschijnlijk doodsimpel bijzettafeltje te installeren?
Urenlang ingespannen naar onduidelijke schetsen zitten staren om
na een etmaal tot de conclusie te komen dat u het blaadje
verkeerd om heeft gehouden? Vertwijfeld de overgebleven plankjes
en schroeven in het bouwpakket trachten te persen? Om tot slot
tot op het bot gefrustreerd het betreffende tafeltje, stoel of
tv-meubel door het raam van de vierde verdieping te gooien?
Ik zeg u: wees
gelukkig en tel uw zegeningen. Het kan nog erger. Na diverse,
laat ik zeggen, onplezierige ervaringen met IKEA-meubels
besloten Marlies en ik vorige week dat het tijd was voor een
andere weg. Opzichtig negeerden wij de naar zalm, snüss en
knåckebröt ruikende blauwe winkel en stapten we bij de buurman
naar binnen. De Conforama. Onthoud deze naam goed. Plaats hem in
het rijtje pistoolschoten, vallende bommen, rollende tsunami’s
en een op hol geslagen kudde nijlpaarden. Kortom: onder het
kopje: ALARM, ALARM: REN VOOR JE LEVEN.
Om een lang verhaal
kort te maken: wij, naïeve Hollandse kinders, betraden de
Conforama. Toen we onder een grote poort doorliepen, waarop
stond dat het vuur onze lendenen zou branden en ik zag dat de
verkopers hoorntjes op hun hoofd hadden, begon ik mij enigszins
ongerust te voelen. Echter, bij het aanschouwen van de werkelijk
schitterende kledingkast en de bijhorende bijzonder zachte
prijs, vergat ik al mijn zorgen en kochten wij het onding
terstond. Zonder een spoortje wantrouwen zette ik mijn
handtekening onder de garantieverbintenis c.q. doodvonnis. Vijf
minuten later hielp de vals grijnzende verkoper ons het
gigantische bouwpakket in de auto te laden.
Nadat we de enorme
lading hout, spijkers en de bibliotheek aan gebruiksaanwijzingen
de trappen van ons 17e-eeuwse stulpje aan het meest
pittoreske pleintje van Aix-en-Provence op hadden gesleurd,
vielen we ’s avonds na een laatste blik op onze nieuwste
aanwinst en een intens tevreden gevoel in slaap, niet wetende
dat het spotgoedkope presentje onze ondergang als een hedendaags
Paard van Troje zou inluiden.
Die nacht werd ik
zwemmend in het zweet wakker. Nachtmerries. Marlies lag naast me
te ijlen. De kamer leek te baden in een rood schijnsel,
afkomstig van de stapel planken, die ooit een kledingkast zouden
moeten vormen. De letters op de verpakking, die het woord
Conforama spelden, schroeiden het plastic en het hout eronder.
Ik slikte even, hield mezelf voor dat ik nog steeds droomde en
zonk weer weg in een ondiepe slaap.
De volgende morgen
stond ik bij het eerste ochtengloren reeds naast mijn bed en met
de grootste schroevendraaier uit onze collectie ging ik de
stapel te lijf, wat later zonder enige twijfel de slechtste
beslissing van mijn leven bleek te zijn. Het begon allemaal zo
goed. Ik had slechts een uur nodig om de instructies te vinden
en de eerste aanwijzing te ontcijferen. Die luidde: “Wees
voorzichtig bij het installeren van deze kast. Monteer de kast
niet alleen, u heeft een collega nodig. Schatting
installatietijd: 2 uur.” 2 Uur. Ik weet dat de tijd in Frankrijk
enigszins buigzaam is in vergelijking met die in Nederland, maar
een dergelijke kast in elkaar zetten binnen de tijdspanne van 2
luttele uren: onmogelijk, gekkenwerk, nonsens. Misschien dat er
een minieme schrijffout aan de oorsprong van deze ietwat
optimistische schatting heeft gelegen en bedoelden de opstellers
van dit duivelse manuscript in werkelijkheid 28723947529847592
uur. Kan zijn.
Nu moet ik toegeven
dat de combinatie Thijs Zonneveld – klussen bepaald geen
natuurlijke, geslaagde en ongevaarlijke is, getuige het feit dat
mijn ex-huisgenoten in Amsterdam mij uitdrukkelijk verboden de
boor ter hand te nemen, nadat ik doodleuk had geprobeerd 1
centimeter van de stoppenkast een gat te boren. In eerste
instantie verdachten ze me van suïcidale neigingen, maar na een
goed gesprek was de conclusie duidelijk: Onhandig. Met een
hoofdletter O.
Met deze mate van
onhandigheid in het achterhoofd is het misschien verleidelijk de
problemen rond de Conforama-kast volledig op mij af te schuiven,
maar dit zou de werkelijkheid buitengewoon veel geweld aandoen.
Deze klerenkast is simpelweg niet in elkaar te timmeren. Door
niemand. Niet door God, Allah of Boeddha, niet door Rob en Nico
en dus zeker niet door mij.
Vier dagen ben ik er
mee bezig geweest. Vier dagen van onafgebroken hameren,
schroeven, eindeloos staren naar instructies, vloeken, slopen,
plakken en een permanente speurtocht naar niet-bestaande
spijkertjes. Vier dagen zonder slaap, eten en drinken. Vier
dagen lang bestond mijn wereld slechts uit “plankje nummer 13”,
kruiskopschroevendraaiers, EHBO-dozen, onleesbare hiërogliefen
en spontane huilbuien.
Marlies, die na een
dag of twee vertrok met de bijzonder slechte smoes: “Ik moet
werken”, zag me uur na uur langzaam aftakelen. Van vitale,
24-jarige jongeling naar een overwerkte, uitgebluste en
afgeschreven WAO-gerechtigde in vier dagen tijd. In de Wallen
onder mijn ogen konden zonder moeite minimaal vijf gigantische
negerinnen met Japanse klandizie worden ondergebracht.
Het resultaat van
vier dagen pure frustratie: 40 jaar van mijn leven verloren,
twee gebroken vingers, een verbrijzelde linker- en ontwrichte
rechtervoet, een slagaderlijke bloeding, een gat van twee meter
in de muur, een gesprongen waterleiding en een bloedvete met de
buren. Om over de psychologische gevolgen (een
minderwaardigheidscomplex, een koe van een depressie en een
burn-out) maar te zwijgen. Als ik mijn ogen sluit, zie ik scheve
kastdeuren, voel ik de splinters in mijn handen, ruik ik de geur
van rokend hout, vermengd met dat van bloed en roestend ijzer en
hoor ik de kast met donderend geraas voor de veertigste keer
instorten. Ik ben op. Ik ben gesloopt. Ik ben gebroken. Ik ben
een wrak.
En de kast? Die ligt
na een val van de derde verdieping stilletjes te grinniken op
het zonovergoten Place de l’Hôtel de Ville. |
Geen nieuws is goed
nieuws.
De actualiteit is
slechts het verleden in een nieuw jasje.
Wie leeft in het
heden, vergeet zijn verleden.
Updates: wat moet je
ermee?
Het moge duidelijk
zijn: ik tracht mij te excuseren voor het feit dat de website
het anderhalve maand lang zonder noviteiten heeft moeten doen.
U, trouwe bezoekers, zult ongetwijfeld méér dan teleurgesteld
zijn. En terecht. Een website zonder nieuws is als een
oefenwedstrijd Borussia Mönchengladbach – NEC of een
cabaretavond onder leiding van Jan-Peter Balkenende: saai. Ouwe
koek, een hoop blablabla en een goede reden om de groeisnelheid
van het gras in de voortuin te bestuderen. Gebeurt er tenminste
nog iets.
Als een echte
Fransman zal ik mijn hand echter niet in eigen boezem steken om
de schuld op me te nemen voor het feit dat de website een maand
lang heeft kunnen dienen als testbeeld voor het beeldscherm van
uw computer. Ik verwijs uw klachten graag door naar mijn grote
vrienden van France Telecom. Topbedrijf. U kent ze ongetwijfeld:
mateloos irritante medewerkers, verantwoordelijk voor
vertragingen variërend van 4 tot 40 dagen en de onbetwiste
wereldkampioen van-het-kastje-naar-de-muur-sturen.
Twee weken na
aanvraag van een nieuwe telefoonlijn in ons nieuwe appartement
stond er een mannetje voor de deur. Eindelijk, dachten wij. Te
vroeg gejuicht. Het mannetje kwam slechts constateren dat de
daadwerkelijke aanleg van de lijn geen enkel probleem zou
opleveren voor zijn collega. Die nog twee weken later zou komen.
Maar niet kwam. Uiteraard.
Reden: de technicien
kon 1. het Place de l’Hôtel de Ville niet vinden (vreemd), 2.
onze naam stond niet op de deur (nog vreemder: hij kon het Place
toch niet vinden?) en 3. mijn mobiele telefoon deed het niet.
Sure.
Toen ik vervolgens
zwaar geïrriteerd verhaal ging halen bij de dichtstbijzijnde
vestiging van de Franse KPN, kwamen ze na enig denkwerk tot de
conclusie dat ik de telefonische service maar eens moest bellen.
Iets wat bijzonder lastig is zonder telefoon. Het antwoord van
de debiel achter de toonbank: “Wilt u geen telefoonaansluiting
bij France Telecom?” En daarmee was de cirkel rond. O ja, of ik
wel even de rekening wilde betalen van de technicien, die voor
niets was “gekomen”.
Na anderhalve maand
is het onmogelijke echter werkelijkheid geworden: we hebben
zowaar weer een telefoonaansluiting en daarmee internet.
Derhalve: vanaf heden is deze website weer on-line en actueel.
Een korte
samenvatting van de maand die achter ons ligt: Marlies en ik
zijn verhuisd, hebben het appartement van onze dromen gevonden
en zijn deze maand vooral bezig geweest met het uitpakken van
verhuisdozen, het leegkopen van de IKEA en het “installeren” van
kasten, stoelen en tafels. Verder hebben we als de wijzen uit
het Zuiden een kerstbezoek gebracht aan ons moederland. Afgezien
van het gezellige weerzien met familie en vrienden was Nederland
vooral weer koud, kil, nat en plat. In de trainingen rijd ik
traditioneel als een komeet; van de week naar tevredenheid een
stage afgewerkt bij Cofidis. Komende zondag vertrekken we met
Aix naar Perpignan voor een trainingskamp van een dikke week. De
eerste wedstrijd? 5 Februari. Ik zal er staan. |