Thijs Zonneveld

Home   Biografie   Nieuws   Uitslagen   Programma   Polls   Links   Gastenboek

Nieuwsindex 2005    Nieuwsindex 2004    Nieuwsindex 2003

31 juli 2004  
Een razendsnelle update: ik rij op het moment de 5 jours des As, een etappewedstrijd in de Provence. Voor eigen publiek dus. Na de massasprint van de eerste dag (11e), een door onze sprinter gewonnen waaieretappe (10e in de kopgroep van 15) en de heuveletappe van gisteren (8e), bevind ik me op de 5e plek in het algemeen klassement. Op 6 punten (in hun oneindige wijsheid hebben de organisatoren van deze koers besloten een algemeen puntenklassement in te voeren in plaats van een tijdsklassement) van de leider. Vanmiddag de lastigste etappe. Conditie is bijzonder goed, voel de pedalen amper. Vandaag of morgen volgt de update met de einduitslag.
26 juli 2004  

De vloek van de witte schoentjes

Hagelwit waren ze. Mijn nieuwe fietsschoenen. Ik fietste nog maar eens langs de etalageruit van de plaatselijke boulangerie om mijn onberispelijke outfit te bewonderen. Het wit van mijn muiltjes contrasteerde schitterend met het zwart van mijn kakelverse koersbroek en mijn gloednieuwe sokjes. En terwijl ik nog maar eens een blik wierp in de glanzende carrosserie van een voorbijkomende motor, realiseerde ik me dat ik bezig was op mezelf te geilen. Excusez le mot.

De lucht was strakblauw, de temperatuur schommelde zo rond de dertig graden en de benen voelden bijzonder goed aan na de drie weken vakantie die de ploegleiding mij had gegeven als beloning voor een prima eerste helft van het seizoen: het behoeft geen verklaring dat ik in opperbeste stemming aan de start stond van de 7e Franse cuprace van het seizoen.

Het euforische gevoel zou welgeteld 100 wedstrijdkilometers duren. Nadat ik in de eerste twee koersuren in alle ontsnappingen aanwezig was, dreigde ik de beslissende slag van een man of 30 te missen. Ik wachtte het eerstvolgende heuveltje af, schakelde een tandje groter toen de rest van het peloton de ketting op het binnenblad legde en zonder de benen te voelen stoof ik richting kopgroep, alwaar een renner van Vellutex op dat moment werd gelost. En niet zomaar gelost; hij werd achtergelaten als een kilometerpaaltje, als er parkeermeters langs de kant van de weg hadden gestaan had hij ongetwijfeld moeten betalen. Hij begon te slingeren. Van links naar rechts: hij zwalkte zich naar boven en uiteraard zag hij de zwart-witte flits niet die hem naderde als een komeet. Op het moment dat ik hem passeerde, besloot mijn Italiaanse vriend nog maar eens aan te zetten voor een slinger en daarmee slingerde hij mij van de fiets. De eerste valpartij van het seizoen was een feit. En uiteraard in de wedstrijd waarin ik voor het eerst mijn nieuwe schoentjes bereed. Liggend op het asfalt durfde ik amper te kijken. Ik voelde de pijn van de schaafwonden door mijn lichaam gieren, maar elk fysiek ongemak kon me op dat moment gestolen worden. Al was mijn oog in het prikkeldraad blijven hangen of had ik mijn been verloren bij de valpartij: de staat van de schoentjes was op dat moment met stip de belangrijkste kwestie in mijn leven. Voorzichtig betastte ik ze en op het moment dat mijn hand over de gore zwarte beschadiging aan de zijkant van de schoenen gleed, stortte mijn wereld ineen. Welgeteld 100 kilometer had ik kunnen genieten van de glanzende gaafheid van mijn muiltjes en nu waren ze voor eeuwig gebrandmerkt door de onzachte aanraking met Frans asfalt.

De vloek van de witte schoentjes had toegeslagen.

Hoe het eindigde? Ik zal niet vertellen wat er gebeurd is met de Italiaan: het zou me enige jaren achter tralies kunnen opleveren. Wat betreft de wedstrijd: die was gelopen en de 19e plek die ik de volgende dag behaalde, ondanks een slapeloze nacht, een stijve heup en beschadigde schoenen vergoedde hoegenaamd niets. Na twee dagen koers keerde ik dieptreurig huiswaarts. Ik was toe aan vakantie.

5 juli 2004  

De Ronde van Midden-Brabant op z’n Frans 

Zondagmorgen, vlak voor de start van de derde etappe van de Tour du Pays Roannais. Loom hang ik over het stuur van mijn fiets, wachtend op de knal van het startpistool. Ik sta naast een renner van Nogent-sur-Oise. Opgewonden praat hij over mijn hoofd mijn een ploeggenoot. Ik luister amper, tot ik een ineens een Nederlands woord meen te herkennen in zijn verhaal. En zowaar, hij heeft het over de Ronde van Midden-Brabant. Ik vraag hem wat hij er van vond. Hij tikt met zijn vinger tegen zijn voorhoofd. “C’était la folie!” Zijn betoog over levensgevaarlijke kasseistroken, wegen waar je niet met zijn tweeën naast elkaar kunt rijden, valpartijen en regen wordt onderbroken door het startschot. Lachend stap ik op mijn fiets. “Vandaag gelukkig gewoon bergen”, roept hij nog.

Le Tour du Pays Roannais is in feite de Franse Ronde van Midden-Brabant. Een korte ochtendetappe, een tijdrit van een kilometer of 13 en een zware, lange etappe op de slotdag. Na een massasprint op de vroege zaterdagochtend en een middenmoottijdrit, bleek de zondagse slotrit de beslissing te brengen. Na 160 kilometer bergop bergaf in tropische temperaturen bleven 8 man over in de spits van de wedstrijd. In de sprint kwam ik er niet aan te pas en werd 5e. Dankzij mijn wervelende optreden in de tijdrit (schuilt er dan toch een kleine Cancellara in mij?) bleek ik ook nog eens 2 man uit de kopgroep achter me gehouden te hebben in het klassement, waardoor ik eindigde op plek 6.

In de kleedkamer kwam ik de renner van Nogent-sur-Oise weer tegen. Of beter gezegd, ik struikelde over hem, aangezien hij languit in zijn blootje op de tegeltjes van de vestiaires lag. Uitgeput, afgeknepen en met zoutkorsten van het zweet rond zijn ogen, stamelde hij: “Doe mij toch maar de Ronde van Midden-Brabant…” Ik glimlachte, toverde een colaatje uit mijn tas en sloeg het blikje in een teug achterover, zijn smekende blik en dorstige tong opzichtig negerend.  
1 juli 2004  

Dames en heren,

 Mijn nederige excuses voor het feit dat deze nieuwe update zeer lang op zich heeft laten wachten. De reden: druk, druk, druk. Na het Circuito Montanes, waar ik tussen de allerbeste Spanjolen en een hoop Oosteuropees geweld liet zien bij de beste klimmers van de ronde te horen, ben ik vrijwel direct afgereisd naar Nederland om het Nationaal Kampioenschap Vervelen Tussen De Wielen te verrijden.

Van de onherbergzame Picos de Europa rondom Santander naar de onneembare hoogten van de Brienenoord: een soepele overgang derhalve. Ik heb nog lang getwijfeld om een tripletje te monteren voor het NK, maar op het laatste moment besloten met 39 x 25 deze angst inboezemende col te beklimmen. Een verkeerde keuze, zo bleek achteraf. De organisatie bleek namelijk in al haar wijsheid besloten te hebben de Passo dello Brienenoord vanaf de andere kant te bestijgen, waardoor het parcours vele malen zwaarder bleek te zijn dan verwacht. Gelukkig kon ik de laatste 5 kilometer van de beklimming vertrouwen op diverse supporters, die mij ervan weerhielden af te stappen door de vele aanmoedigingen en – ik geef het toe – duwtjes. Nadat ik op de met sneeuw bedekte top een krant had aangepakt en in de afdaling de nodige risico’s nam, slaagde ik er wonder boven wonder in aansluiting te hervinden met de kopgroep, zo’n 160 man sterk. Ongelofelijk maar waar, iedereen was zo aan elkaar gewaagd, dat zelfs een dergelijk zwaar parcours geen verschillen tot stand kon brengen, waardoor na 220 kilometer heroïsche strijd op de kale flanken van de Brienenoord een massasprint de beslissing moest brengen. Ik bracht het niet verder dan de 49e plaats, maar na een wedstrijd als deze was de voldoening de finish te halen reeds zo groot dat ik met een intens tevreden gevoel terugkeerde naar Frankrijk, met het heerlijke vooruitzicht dat mij volgend jaar een nieuwe kennismaking wacht met dit schitterende parcours.